Al vijf jaar wonen we samen, mijn huisgenootje en ik. Vorige week werd ik ineens heel boos op hem. Dat gebeurt doorgaans niet zo vaak, maar de laatste tijd wel meer dan vroeger. Omdat we nu allebei het hart meer op de tong hebben, denk ik. Meer voor onze behoeften durven uitkomen. Dingen niet zomaar inslikken. Minder pleasen, meer authentiek zijn. Hoera dus voor de boosheid!
De switch
Toen we de situatie aan het uitpraten waren, zei hij dat hij een evolutie bij me opmerkt de afgelopen jaren: “Vroeger kon je lang in boosheid blijven hangen. Dan was er veel afstand tussen ons. Nu maak je veel sneller de switch en is het gemakkelijker om terug verbinding met je te voelen.”
Mja, dat is inderdaad zo. Dat zie ik bij mezelf ook. Niet in de zin van: ‘Ik laat de boosheid gewoon los’ of ‘Ach het is allemaal zo erg niet’. Het is een andere soort switch. Maar laat ik beginnen bij het begin.
Het verwijtenfestijn
Ik had voorgesteld om wat vaker samen te koken. Dat leek me wel gezellig. Toen hij antwoordde dat hij daar niet zoveel zin in had, sloeg mijn humeur meteen om. Het ene oordeel na het andere schoot door mijn hoofd. Er kwam prompt een heel verwijtenfestijn op gang: dat hij egoïstisch is, asociaal, alleen met zichzelf bezig, dat ik niks aan hem heb, etc. (meer…)