Wat is dat eigenlijk: volwassen worden? Op mijn 15de dacht ik dat ik volwassen was, op mijn 25ste begon ik daar sterk aan te twijfelen en nu, op mijn 35ste, besef ik dat volwassen worden toch niet zo gemakkelijk is. Natuurlijk, in veel opzichten doe ik allerlei zeer volwassen dingen: ik heb een job, betaal mijn rekeningen, kook, eet, doe de afwas en houd mijn huishouden draaiende. Of toch ongeveer. Soms sterft er al eens een plant door verwaarlozing, maar in het algemeen kan ik stellen dat ik op praktisch vlak redelijk volwassen ben. Onafhankelijk en zelfredzaam. Maar vanbinnen voel ik me vaak heel jong. Een jaar of 5 misschien. En ik vermoed dat ik daar niet alleen in ben.
Het gekwetste kind
We hebben allemaal een innerlijk kind in ons. Een jong stuk, onbevangen, speels. Maar ook gekwetst, fragiel en kwetsbaar. Het deel van ons dat overstuur geraakt bij ogenschijnlijk kleine dingen. Dat soms bang is, onzeker, verlegen. Dat zich heel eenzaam kan voelen, alleen op de wereld, verlaten. Mij helpt het om me bij zulke gevoelens een kind voor te stellen dat lijdt, een innerlijk kind dat in mij huist en aandacht nodig heeft, liefdevolle nabijheid, zachtheid en aanvaarding. Soms kan ik haar dat niet geven omdat de pijn te overweldigend is. Maar hoe ouder ik word, hoe meer ik leer om voor haar te zorgen.
Mijn eerste reactie bij intens lijden is vaak om ervan weg te willen. Om het vooral niet te hoeven voelen. In de metafoor van het innerlijk kind: om haar het zwijgen op te leggen, niet naar haar te luisteren, haar zelfs te negeren. Heel vaak merk ik een verlangen op naar iemand buiten mij die haar kan troosten, die haar kan geven wat ze nodig heeft. Vanuit de veronderstelling dat ik dat zelf niet kan. Vele jaren meditatie en therapie hebben me geleerd om bij momenten wel bij haar te kunnen blijven. Stilaan merk ik dat ik in staat ben om mijn innerlijk kind meer ruimte te geven, om haar te laten razen en tieren als ze overstuur is, of te laten uithuilen als ze verdriet heeft of eenzaam is. Langzaam leer ik haar bestaansrecht te geven, en haar de aandacht te schenken die ze nodig heeft en die ik haar zo lang heb ontzegd.
Dit. Doet. Zeer.
Het moeilijkste aan het kindstuk in mij vind ik dat ze ontzettend behoeftig kan zijn. ik ervaar dit als een grote nood aan bevestiging, erkenning, aandacht en liefde. Als tegenwicht voor het vreselijk pijnlijke gevoel van niet gezien te worden of er niet toe te doen. Soms lijkt het als een bodemloze put die nooit kan worden opgevuld. De laatste tijd komt dit kindstuk regelmatig in alle hevigheid naar boven. Hunkerend naar aandacht en bevestiging. Dan voel ik me heel afhankelijk van anderen en wat zij al dan niet zeggen of doen. Het minste haalt me dan helemaal uit evenwicht: een onbeantwoord smsje of telefoontje, een kortere reactie of een strenge gelaatsuitdrukking. En wat het dan nog erger maakt, is dat ik mezelf dan vaak veroordeel dat ik te emotioneel ben en sterker zou moeten zijn. Dat helpt uiteraard niet om me beter te voelen op die kwetsbaarste momenten.
Wat me wel helpt, is wanneer het me lukt om haar niet te negeren, niet te willen vluchten en mezelf niet op de kop te geven voor deze gevoelens. In plaats daarvan kan ik soms simpelweg erkennen: ‘ok, dit doet zeer’. En laat ik mezelf toe het te doorvoelen. Eenzaamheid doet zeer, me niet gezien of geliefd voelen doet zeer, behoeftigheid doet zeer. En er is niets mis mee. Het voelt heel onaangenaam, dat wel, maar het is oké. Ik kan het door mij heen laten stromen, als een golf met een begin en een einde, en zacht zijn voor mezelf zolang het duurt.
Mijn eigen babysit
Misschien is dat wel volwassen worden: steeds meer leren zorgen voor mijn innerlijk kind. Haar laten weten dat ik haar zie en ik er voor haar ben. De kleine Leni geven wat ze gemist heeft. En het tegelijkertijd ook leren ontvangen. Uiteraard is dit een voortdurend proces, maar het geeft me veel vreugde om te merken dat ik het effectief kan leren. Dat ik mettertijd meer in staat ben om voor mijn kindstuk te zorgen en ik dus niet meer naar externe babysitters hoef te zitten zoeken. Zij kunnen haar toch niet geven waar ze zo naar verlangt. De aandacht die ze nodig heeft, is mijn aandacht. De liefde die ze nodig heeft, is mijn liefde. En ik neem me voor om haar die nooit meer te ontzeggen.
—
PS: Wil jij ook beter leren omgaan met emoties en leren zorgen voor je innerlijke kind? Ontdek hier hoe ik jou daarbij kan helpen.
Comment
Lieve Leni, wat ontzettend herkenbaar!
Heel subtiel vaak verloopt het proces van je gekwetste kind bij de ander op schoot zetten. Ik merk het zelf vooral in interactie met mijn vriend: in mijn koppige boosheid als hij iets zegt wat ik niet leuk vind, in mijn verlangen naar zijn goedkeuring, in mijn onzekerheid als hij leuke dingen doet zonder mij, in mijn twijfels als hij een minder aangename kant van zichzelf laat zien. Allemaal uitingen van de vraag: Is mijn kwetsbare zieltje wel veilig bij hem? Op zich een relevante vraag om te stellen, zeker weten. Maar nog veel relevanter is de vraag: Hé, is mijn kwetsbare zieltje wel veilig bij mij?
Als ik merk dat ik mijn behoeften projecteer op hem, dan probeer ik mezelf deze laatste vraag te stellen, en mijn gekwetste kind terug bij mezelf op schoot te nemen. Hem te ontslaan van het babysitten :-). Maar oeh, dat is niet makkelijk! Het is telkens opnieuw een milde evenwichtsoefening.
Dankjewel voor jouw gedachten hierover! Liefs, Lotte