Deze week op de fiets overviel me het besef: ont-moeten is verdomd moeilijk. Alles in onze maatschappij lijkt erop gericht om ons aan de gang te houden. Doe dit, koop dat, maak die verre reis, mis de solden niet, kom naar dit concert, boek NU je tickets. Ondertussen moeten we ook nog eens op onze lijn letten, onze baas tevreden houden, leuke dingen delen op Facebook, het huis op orde hebben en tijd maken voor onze familie en vrienden. Poeh.
Een heel ontmoedigende vaststelling was dat. Ik probeer mensen te helpen om meer te ont-moeten, om zo gelukkiger en vrijer in het leven kunnen staan. Ik moedig hen aan om stil te vallen, te vertragen en tijd te nemen om gewoon te mogen Zijn. Maar als ik heel eerlijk ben, weet ik hoe moeilijk het is om te ont-moeten in een wereld die ons voortdurend andere boodschappen geeft. We ‘moeten’ zoveel. We zijn geconditioneerd om maar te blijven gaan. Ook al willen we het rustiger aan doen, het lukt niet. Tot onze eigen frustratie en teleurstelling.
Ik ren, dus ik ben
We leven in een cultuur met als motto: ik ren, dus ik ben. Zolang je druk bezig bent, ben je goed bezig. Hoe drukker, hoe liever. Dat merk je heel duidelijk als je even gaat zitten. Meteen zijn daar de gedachten: “Komaan, doe iets!”, “Niet stoppen, gewoon doorgaan!”, “Er moet nog zoveel gebeuren!”. Vaak voelen we ons schuldig als we even niets doen. Alsof we het recht niet hebben om te pauzeren, om gewoon te Zijn. Als je niet aan het rennen bent, besta je niet. Of lijk je geen recht van bestaan te hebben. Dan ben je niet oké. Dan hoor je er niet bij. En dus blijven we maar bezig.
Tijd maken om niets te doen, is tegen de stroom van onze cultuur ingaan. De stroom die zegt: je moet steeds sneller, harder, beter. Je moet productief zijn. Je moet je tijd zinvol besteden. Het moet nuttig zijn. Rust nemen kan pas als alles gedaan is. Je moet het eerst verdienen. Als je to do’s allemaal afgevinkt zijn. Als de afwas gedaan is. Het huis opgeruimd. De ramen gewassen. De rekeningen betaald. De was opgevouwen. Dan kan je misschien even pauzeren. Maar nu niet, nu moet er eerst nog vanalles gebeuren.
Liever moe dan lui
Daar komt nog eens bij dat we nietsdoen bestempelen als luiheid. Dolce far niente smaakt bij nader inzien toch niet zo zoet. Als je op de zetel ligt, bijvoorbeeld, en je kijkt naar het voorbijdrijven van de wolken, dan ben je een luie patattenzak. Vegeterend op de bank. Of als je in een park zit en je kijkt naar de bomen, de eendjes, de voorbijgangers, dan ben je je tijd aan het verdoen. Dat is eerder iets voor na je pensioen. (Tenzij je er foto’s van neemt en die deelt op de sociale media. Dan kan het misschien wel.)
Deze negatieve connotaties die we hebben bij nietsdoen, zorgen ervoor dat we maar bezig blijven. We willen niet beoordeeld worden als lui. Ook niet door onszelf. Als we lui zijn, zijn we nutteloos, waardeloos. Dus zijn we liever moe dan lui. Liever afgepeigerd dan de tijd te nemen om te pauzeren. Liever overwerkt dan dat we kritiek riskeren. Uiteraard zijn er ook nog andere redenen waarom we moeilijk kunnen stilvallen, maar dat is voor een volgende blogpost…
Misschien is het goed om de waarde van nietsdoen te herzien. Om luiheid te leren waarderen als een kwaliteit. Als iets dat zinvol is, dat waarde heeft. Iets dat ons helpt om meer balans te ervaren in ons hectische leven. Druk bezig zijn kan heel leuk zijn – mijn agenda staat meestal ook goed vol – maar kunnen we ook een prioriteit leren maken van ‘lege’ momenten? Tijd die niet op voorhand is ingevuld. Even geen afspraken of to do’s. Gewoon kunnen Zijn. Dit kopje thee. Op deze stoel. Dit moment. Deze ademhaling. En weten dat dat – al is het maar even – genoeg is.
Leave a reply