Het verlangen naar zelfverbetering
Mindfulness is geen self-improvement: toen ik deze zin jaren geleden voor het eerst tegenkwam bij Edel Maex, stond ik totaal perplex. Ik kon de waarheid van die uitspraak duidelijk voelen, en tegelijk wist ik dat ik zelf op een ander spoor zat. Heel lang heb ik gedacht dat mindfulness me uiteindelijk wel zou verlossen van zogenaamde onaangename emoties. En soms sluipt deze verwachting er nog in, heel subtiel. Alsof ik niet goed bezig ben als ik bepaalde emoties ervaar. ‘Nog steeds’ zoveel verdriet. ‘Nog steeds’ die twijfel en onzekerheid. Zou ik daar ondertussen niet boven moeten staan? Zou dat niet al lang verwerkt moeten zijn?
Het is zo gemakkelijk om mindfulness te associëren met een bepaalde toestand: als ik mindful ben, dan zal ik rustig, kalm, tevreden, liefdevol of gelukkig zijn. Maar zo werkt het niet. Mindful zijn betekent gewaar zijn van wat er hier en nu in me leeft, wat het ook is, en daar mijn volledige aandacht aan geven. Erbij blijven zo lang het duurt. En als het soms te overweldigend is, dan even een pauze nemen en iets anders gaan doen. Maar de intentie blijft om intiem te worden met mijn ervaring in dit moment. Precies zoals ik nu ben, met al mijn kleine kantjes. Dus ook de onzekerheid, jaloezie, angst, boosheid, zelfs het venijn. Het beeld loslaten van hoe ik zou moeten of willen zijn, en mezelf toestaan te zijn wie ik nu ben. (Venijnig, ik? Soms wel, ja!) Het is enorm bevrijdend om mijn eindeloze self-improvement-project stop te zetten. Of liever: om de neiging om mezelf te willen veranderen te zien opkomen, en de pijn van de zelfafwijzing die eronder zit liefdevol te erkennen.
Tsunami’s welkom
Dit komt voor mij bij de kern van waar mindfulness over gaat. Het doel is niet om van gevoelens af te geraken, of om minder te gaan voelen. Om nooit meer verdrietig te zijn, boos, onzeker of jaloers. Integendeel: het gaat over eerlijk erkennen wat er in me omgaat, en daar ruimte voor maken. Het niet willen veranderen. Er niet mee in de strijd gaan en het niet onderdrukken of negeren. Er oké mee leren zijn.
Dat is soms echt niet gemakkelijk. Te midden van een tsunami verdriet of een wervelwind woede is het verlangen om ervan af te zijn heel normaal. Best een opgave om er dan oké mee te zijn, het te laten gebeuren. De weerstand tegen wat er gebeurt kan heel sterk zijn. En ook dat kan ik welkom heten, ik hoef er niet tegen te vechten. Weerstand toelaten zorgt al voor een beetje meer ontspanning. En uiteindelijk merk ik hoe alles toch weer verandert, zelfs de meest donkere emotie. Ook tsunami’s komen tot een einde, al lijkt dat op het moment zelf totaal niet zo.
Zo was 2018 een erg zwaar jaar voor me, met spanningen en conflicten, loslaten en afscheid nemen, gebrokenheid en gemis. Meer dan ooit besefte ik hoe belangrijk het is om pijnlijke gevoelens niet uit de weg te gaan. Om er zorg voor te dragen. Om te rouwen zolang het nodig is, om mezelf toe te staan boos of verdrietig te zijn. Om er niet overheen te stappen. Om het tijd te geven. Om de neiging om ervan weg te willen in mezelf te zien, en vervolgens toch dichtbij te blijven. Om mezelf steeds opnieuw toe te laten om kwetsbaar te zijn. Mens te mogen zijn…
Het grote ongeduld
Onlangs kwam het besef dat mindfulness geen self-improvement is en ik werkelijk niet anders hoef te zijn duidelijk naar voren in een gesprek. Ik vertelde aan een vriend dat ik me ongeduldig voelde. Ik wou dat mijn idee meteen uitgevoerd zou worden, maar dat kon niet en dat vond ik frustrerend. Geduld is soms niet mijn sterkste kant, dat geef ik toe. Hij antwoordde plagend: dat is wel niet zo mindful van jou, hè. Daar dacht ik even over na. Klopt dat, dat ongeduldig zijn niet mindful is? In eerste instantie vond ik dat hij gelijk had, maar toen besefte ik: ik vind mijn ongeduld helemaal oké, het mag er zijn, ik omhels mijn ongeduldige gevoel. En dat is wel degelijk kei-mindful. Oef, ik ben dus toch goed bezig!
Of het nu gaat over ongeduld, boosheid, verdriet, onzekerheid, jaloezie, twijfel, onrust of nog andere emoties, ze horen er allemaal bij. Ze doen me voelen dat ik een mens ben. Ik hoef geen onaantastbaar wezen te worden dat boven de aardse werkelijkheid staat. Ik mag volledig zijn zoals ik nu ben, met alles erop en eraan. Met de mooie en minder mooie kantjes. Mijn boosheid, wildheid en furie, en mijn angst, schaamte en onzekerheid. Het verlangen om anders te zijn dan ik ben, is uiteindelijk een subtiele vorm van geweld aan mezelf. Van zelfafwijzing. Mindfulness helpt me om met een vriendelijke blik naar binnen te kijken, steeds opnieuw.
‘May your gaze be kind
when you look within.’
~ John O’Donohue
Ik wens ons allemaal toe dat we dit meer en meer mogen leren en leven.
Liefs,
Leni
PS: Wil je ook beter leren surfen op de golven van het leven en mindful omgaan met emoties? Ontdek hier hoe ik jou daarbij kan helpen!
Leave a reply