Vier dagen en vier nachten op straat leven in Brussel. Zonder bezittingen, behalve een slaapzak en de kleren die je aanhebt. Geen geld, geen GSM, geen horloge. Jawadde. Toen ik de eerste keer over de straatretraite hoorde, dacht ik dat ik zoiets nooit zou doen. Ik vond het wel intrigerend, maar het leek echt totaal niets voor mij. Zo avontuurlijk ben ik helemaal niet. Zelfs kamperen gaat me al te ver, laat staan op een stuk karton slapen onder de blote hemel.
Maar goed, ondanks alle tegenargumenten, angst en weerstand, schreef ik me toch in. De timing couldn’t be more perfect: tijdens de eerste week van mijn loopbaanonderbreking. Kwestie van die vier maanden vrijheid meteen goed in te zetten. Helemaal uit mijn comfortzone gaan, mezelf uitdagen, het avontuur opzoeken, oude patronen overwinnen, herboren worden. Kortom: de verwachtingen waren hoog gespannen! 😉
Overvloed
Ik had me voorbereid op het ergste: onweer, geweld, verdwalen, extreme koude, rugpijn, honger, slapeloosheid, … Maar dat viel allemaal nogal mee. Er was altijd genoeg geld om te eten. We hebben nooit iets tekort gehad. Na een half uur bedelen hadden we de eerste ochtend genoeg bijeengesprokkeld voor een riant ontbijt, inclusief koffie en thee. Ongelooflijk, eigenlijk, dat we zelfs in tijden van crisis nog op zoveel vrijgevigheid konden rekenen.
Voor mij was deze retraite niet zozeer bedoeld om te leren hoe het is om dakloos te zijn. Dat weet ik nu namelijk nog steeds niet. Door de grootte van de groep (we waren met negentien!) heb ik me op geen enkel moment zorgen gemaakt over eventuele gevaren. Ik voelde me heel veilig en geborgen. Dat kunnen de meeste daklozen wellicht niet zeggen. Het ging mij er ook niet over dat ik weer zou leren appreciëren wat evident geworden was: stromend water, een dak boven mijn hoofd, een frigo vol eten. Mijn motivatie lag elders. Dat heb ik pas tijdens de retraite ten volle beseft.
Ik wilde graag een betere versie van mezelf worden. Mijn angsten overwinnen. Stoer en avontuurlijk zijn. Me niet meer aantrekken wat anderen van me vinden. Ik hoopte dat ik na vier dagen zonder douche helemaal verlost zou zijn van het verlangen om er goed uit te zien. Helaas. That didn’t happen 😉 Ik verlangde wel nog naar mijn shampoo. Ik wilde wel nog goed overkomen. Misschien iets minder fanatiek dan voordien, maar toch. De transformatie waar ik op gehoopt had, waar ik zelfs op gerekend had, bleef uit.
Slangenhuid
Wat heb ik dan geleerd op die vier dagen? Goh, te veel om hier te benoemen. Maar het belangrijkste op dit moment is dat ik weer beseft heb dat ik eigenlijk mediteer om iemand anders te worden. Ik zou vanalles aan mezelf willen veranderen: minder bang, minder onzeker, minder pleasen, meer durf, meer lef, meer je m’en fou, … Alsof ik al mediterend de persoon ga worden die ik wil zijn. Tarara: ik zie net alleen maar meer dingen die me niet aanstaan. De schaduwkantjes worden steeds zichtbaarder.
Ik vond het heel pijnlijk te moeten vaststellen hoe ontevreden ik ben over mezelf. Dat ik zoveel dingen zou willen veranderen. Als een slang die een nieuw vel krijgt en haar oude huid afschudt, zo wou ik mijn oude ik afleggen na de retraite en herboren naar huis gaan. Als een stralende, stoere, zelfzekere Leni. Maar ik werd opnieuw met mijn neus op de feiten gedrukt: transformatie najagen in meditatie werkt niet. Integendeel. Meditatie gaat over ‘gewoon Zijn’, zonder ergens naar te streven, zonder iets te willen veranderen. Hm, dat vergt nog dus wat oefening 🙂
Het blijft een onoplosbare paradox: slechts door jezelf helemaal te aanvaarden zoals je bent, kan je uiteindelijk worden wie je wil zijn. Dat weten we allemaal al lang. Maar hoe aanvaard je die delen van jezelf waar je echt vanaf wil?
4 Comments
Leni, wat een prachtige eerlijkheid! Ik ben zooooooooooooooooooooooooooo fier op jou!
Knuffel, Nele
Lieve Leni, ik heb geboeid je blogtekst in één ruk uitgelezen! Je schrijft super fijn en je woorden houden me vast om alles af te lezen! Echt schoon en heerlijk eerlijk! Liefs, Lien
Pakkende tekst. En, wat altijd wel een steun is in zo die moeilijke periode van je leven, is dat je niet alleen bent. En je bent dat dus niet. Echt niet.
En om het eens met een minder akelige vergelijking als een slang te verwoorden:p, is er iets mooiers in de natuur, dan dat je even een pauze neemt in je dagdagelijkse leven, je als een rups cocoont, zo jezelf even volledig alle bewegingsruimte wegneemt, je heel kwetsbaar maakt voor de wereld rondom je, en gefocust wegdroomt naar wie je echt wilt zijn. Ja, je hele verdedigingsmechanisme valt weg, en de angst blijft in je. Maar.. met een doel. Want langzaam voel je, de dag naderen, dat je je ogen open zal doen, en de wereld ineens een andere kleur zal krijgen. Je zal in de plas langs je kijken, en een hele andere gedaante jezelf zien aanstaren van achter het kabbelende wateroppervlak. Hetzelfde beestje. Maar anders. Je ware aard. Met kleur. Met stijl. Met vleugels. Met kracht. Een rups, die door te geloven in haarzelf, een prachtige vlinder is geworden. En vanaf dan, niet meer hoeft na te denken. Maar gewoon vliegt. En vliegt. Overal waar ze maar heen wil.
* De vergelijking gaat wel niet helemaal op. Want stijl had je al hoor. Dat bewijs je hier met elke post;-)
Je kan jezelf inderdaad niet transformeren door meditatie, maar hetgeen je wel kan veranderen is hoe je omgaat met negatieve (en overdreven positieve) oordelen die anderen over je hebben. Leren loslaten, zodat je er niet ongelukkig en/of verwaand van wordt…