Thich Nhat Hanh was zenleraar, vredesactivist, auteur van talloze boeken en spirituele leider van een wereldwijde gemeenschap van monastieken en leken. Hij leidde jaarlijks verschillende retraites op verschillende continenten. Hij sprak met wereldleiders om hen op te roepen voor vrede en zette zich onvermoeibaar in voor mensen in nood.
Je kan hem dus moeilijk van luiheid beschuldigen. Toch is het net de luiheid die hij vaak vol lof bezong. Hij moedigde ons aan om lui te zijn, om niets te doen, om te stoppen met haasten en rust te nemen. Hoe moeilijk dat vaak ook is, zelfs op retraite (!).
Lazy day
In Plum Village is er standaard één dag per week ‘Lazy Day’: een dag zonder programma, waarbij je wordt uitgenodigd om niets te doen en, welja, lui te zijn. Een dag waarop er niet gewerkt wordt en de monniken en nonnen de tijd hebben om te rusten, plezier te maken en hun dagelijkse taken even te laten voor wat ze zijn. Als je op retraite bent in Plum Village, beoefen je dus wekelijks een dagje lui zijn.
Eerlijk gezegd vind ik dat best een uitdaging! Het confronteert me met mijn neiging om alles te willen plannen en te controleren. Om ’s ochtends te willen weten wat ik later die dag ga doen. Het heeft iets onwennig om de dag gewoon te laten ontvouwen, zonder plan of programma. Waarom is het zo onwennig? Hoe komt het dat lui zijn zo moeilijk is? Waarom kunnen we niet gewoon ontspannen in het nietsdoen?
Nothing to do
Ik heb gemerkt dat er een diepgewortelde onbewuste overtuiging op de achtergrond speelt. Iets in mij gelooft dat ik productief moet zijn om er te mogen zijn. Mezelf toestaan om niets te doen, maakt dan ook allerlei slapende gedachten wakker:
Nietsdoen is NIET oké!
Zit hier toch niet zo te niksen!
Doe iets, Leni! Anders verkwist je je tijd.
Daarom is nietsdoen soms in eerste instantie helemaal niet zo aangenaam. Er komt dan net meer spanning naar boven, in de vorm van gedachten aan wat ik nog allemaal ‘moet’ doen, of in de vorm spanning in mijn schouders of een hardnekkig schuldgevoel. Alsof er op mijn rechterschouder steeds iemand meekijkt: Doe ik wel voldoende? Hoe zinvol besteed ik mijn tijd? Werk ik wel hard genoeg? Doe ik genoeg mijn best? En het antwoord op die vragen is steevast: nee.
Maar als ik het volhoud en niet reageer op al die stemmetjes of lichamelijke ongemakken, komt er stilaan wel meer rust. Een diep gevoel van overgave, van bestaansrecht. Een diep weten dat het oké is om gewoon te Zijn, dat het mijn geboorterecht is. Dat het voldoende is om te ademen, te zitten of te liggen. Dat ik genoeg ben.
Rebelse daad
Ik werd heel erg geraakt door wat Brother Phap Dung ooit in een dharmalezing vertelde. Blijkbaar zorgde de naam ‘Lazy Day’ tijdens de eerste jaren al eens voor discussie. Veel mensen die op retraite kwamen in Plum Village – vooral westerlingen – vonden het zo negatief klinken. Ze kwamen met een voorstel: zou het niet beter zijn om er ‘day of rest’ van te maken, rustdag? Maar Thay wilde er niet van weten en dus bleef de naam ‘Lazy Day’ bestaan.
Toen ik deze anekdote hoorde, trof het me hoe scherp Thay de westerse mentaliteit kon doorzien. Hij erkende dat we collectief in een kramp zitten van altijd-maar-bezig-zijn en gehaast te leven. Hij wilde ons leren dat het oké is om lui te zijn, om niets te doen, om even niet productief te ‘moeten’ zijn. Meer nog: dat het fundamenteel is voor ons welzijn en de kwaliteit van ons leven. Hij leert ons dat haast en spoed ons vermogen om hier en nu gelukkig te zijn erg in de weg zit.
Ook al is het dus onwennig om niets te doen en gewoon te mogen Zijn, het is een zeer weldadige oefening. Het gaat in tegen onze onbewuste overtuigingen en is dus een rebelse daad. Onszelf toestaan om lui te zijn, geeft ons de boodschap dat we gewoon mogen bestaan, zonder meer. Dat we genoeg zijn zoals we zijn. Dat we nergens naar toe moeten, dat we niet ons best moeten doen. Dat het al meer dan genoeg is.
Ik wens ons allemaal toe dat dit besef steeds dieper in ons wezen mag doordringen.
—
PS: Heb je interesse in mindful leven en mediteren? Ontdek hier mijn aanbod.
Comment
Ik lees dit terwijl ik op een vrouwenweek ben waar ik naartoe kwam om tot rust te komen. Gisteren leerde ik een nieuw woord: “schemeren” en dat is zo´n beetje niets doen of naar buiten staren terwijl buiten stilaan de zon ondergaat (en het dus vroeger te donker werd om nog veel dingen te kunnen doen). Mooi woord vond ik, ik wil zeker nu het winter is regelmatig wat ´schemeren´. 😊