Ik zal het maar toegeven: ik zou mezelf niet meteen een relatie-expert noemen. Helaas. Het is vaak nogal zwoegen, zoeken en ploeteren. Dansen op het slappe koord van intimiteit en autonomie. Balans vinden tussen verbondenheid en onafhankelijkheid. Na vele watertjes te hebben doorzwommen in het zompige moeras van aantrekken, afstoten, eenzaamheid en verlatingsangst, is het me duidelijk geworden dat meer bewustzijn de kans op een gezonde, bevredigende relatie beduidend vergroot. Het legt ook onderliggende patronen bloot die misschien niet zo prettig zijn om onder ogen te zien, maar die wel kunnen helpen om vrijer, volwassener en gelukkiger te worden.
Tita tovenaar
Van tijd tot tijd beland ik al eens in een kindstuk: oude, onverwerkte pijn die wordt aangeraakt in een huidige situatie. Heb jij dat ook? Soms duurt het heel even en is er weinig aan de hand, soms kan het heel intens en overweldigend zijn. Vorige week kwam bij mij een zeer intense variant naar boven. Poeh! Eén van de overtuigingen die ik in me draag, is dat ik niet welkom ben, niet gewenst, niet geliefd. Wanneer dit getriggerd wordt in mijn relatie, is het kot te klein. Of beter gezegd: dan lijkt mijn hart te veel te klein om het immense verdriet van mijn innerlijk kind te kunnen dragen.
Dus dan verlang ik naar een volwassene die dat wel kan. Mijn vriend bijvoorbeeld. Hij is dan de persoon bij uitstek die mijn verdriet kan wegtoveren. Als hij liefdevol en zorgzaam is. Als hij maar voldoende zegt dat hij me graag ziet. Als hij maar naar me luistert en regelmatig laat blijken dat hij van me houdt. Dan komt alles goed. Dan is mijn innerlijk kind gerustgesteld.
Het probleem is dat mijn vriend ook zijn eigen leven heeft, met zijn eigen verlangens en behoeften. Soms is hij moe en toont hij weinig zorgzaamheid. Soms heeft hij ruimte nodig en is hij meer op zichzelf gericht dan op mij – laat staan op de gevoelens van mijn innerlijk kind. Dat zijn heel delicate momenten. In het beste geval kan ik erkennen dat hij gewoon bepaalde behoeften heeft en neem ik het niet persoonlijk. Dan kan ik er voor hem zijn en hem ondersteunen in waar hij nood aan heeft. In het slechtste geval is mijn innerlijk kind totaal overstuur en komen er gedachten op als ‘Zie je wel, hij geeft niet om mij’ of ‘Het is duidelijk dat hij niet meer van me houdt’. En allerlei variaties daarop. Auch.
De blinddoek
Op zulke momenten helpt de beoefening van mindfulness en geweldloze communicatie mij om in te zien wanneer ik in een patroon ben geschoten. Wanneer ik vanuit mijn innerlijk kind reageer en mijn perceptie dus zeer gekleurd is. Het is al heel wat om in te zien dat ik een bepaalde perceptie heb die niet per se de realiteit is. Dat is vaak al een hele prestatie. Alleen dan kan ik beseffen dat ik aan het projecteren ben: mijn vriend moet me komen redden, hij moet mijn slecht gevoel wegtoveren, mijn behoefte aan liefde invullen.
Omdat hij dat vorige week niet deed, was mijn kind heel overstuur. Boos, gekwetst, verdrietig. Gelukkig kon ik zien dat ze overstuur was en dat maakte een wereld van verschil. Ook al zat ik in een emotionele tsunami, iets in mij wist heel goed dat mijn partner niet verantwoordelijk is om mijn innerlijk kind gerust te stellen. Dat is niet zijn taak. De volwassene in mij weet dat en zou niet eens willen dat hij dat probeert (al denkt mijn innerlijk kind daar natuurlijk anders over). Het is heel bevrijdend om te beseffen dat mijn partner mij niet moet komen redden. Dan geef ik mezelf mijn eigen kracht terug en houd ik de verantwoordelijkheid bij mezelf. Al heb ik misschien niet de ruimte, de sereniteit, de draagkracht om voor mijn innerlijk kind te zorgen, toch wil ik het ook niet bij hem leggen. Ook voor mijn partner een hele verademing, weet ik.
Soms geraken we vast in gedachten, emoties, triggers, patronen, kindstukken. Wij allemaal, toch? Dan kan mindfulness plots heel ver weg lijken: het vermogen om gewaar te zijn van wat er gebeurt en daar vriendelijk naar te kunnen kijken. In plaats daarvan worden we meegesleept in verhalen, doemscenario’s en pijnlijke patronen. Het kan een echt tranendal zijn. Het goede nieuws is: weten dat je door een patroon bent meegenomen, ook al geraak je er niet meteen uit, is al heel veel. Het is het verschil tussen blind in een patroon zitten en weten dat je erin zit. In dat laatste geval is de blinddoek er toch al af, ook al vind je de lichtknop nog even niet.
Leave a reply